U bent niet gehuwd of wettelijk samenwonend met uw partner en jullie wonen samen in een woning die eigendom is van u alleen. Bij uw overlijden zullen uw erfgenamen uw partner die u achterlaat uit de gezinswoning kunnen zetten.
Indien u dit wenst te vermijden zijn er een aantal oplossingen voorhanden die we hieronder voor u uiteen zetten.
Een eerste optie ter bescherming van uw langstlevende partner is het opmaken van een testament waarin u het levenslange of tijdelijke vruchtgebruik over het pand na uw overlijden nalaat aan uw partner. Hierbij zal de gezinswoning vrijgesteld zijn van successierechten indien u reeds meer dan 3 jaar samenwoonde voor het overlijden.
Met deze methode dient er wel extra aandacht besteed te worden aan eventuele reservataire erfgenamen zoals uw kinderen.
Een andere optie is het afsluiten van een huurcontract. Dit huurcontract zal ingaan op het moment van uw overlijden en kan een vooraf bepaalde looptijd hebben of kan levenslang lopen. Door het bestaan van dit huurcontract zal uw partner moeilijk uit de gezinswoning gezet kunnen worden. Nadeel hierbij is evenwel dat er aan dit huurcontract ook een huurprijs verbonden is die in verhouding dient te zijn met de waarde van het betreffende pand.
Een derde mogelijkheid is het geven van een koopoptie. Door deze koopoptie zal uw partner bij uw overlijden de mogelijkheid krijgen om de woning in vruchtgebruik of in volle eigendom aan te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. Ook hierbij is het belangrijk dat deze prijs in verhouding is met de waarde van het betreffende pand.
Een andere optie is om tijdens uw leven reeds 50% van de gezinswoning te verkopen aan uw partner. Hierbij kan er een beding van aanwas opgenomen worden in de koopakte waardoor bij een overlijden de langstlevende partner de volle eigendom of het vruchtgebruik over het gedeelte van de gezinswoning van de overledene zal verkrijgen.
U kan natuurlijk ook nog steeds opteren om te huwen of wettelijk samen te wonen. Hierdoor zal uw partner bij uw overlijden automatisch het levenslange vruchtgebruik verkrijgen over de gezinswoning waardoor hij/zij levenslang in de woning zal kunnen blijven wonen.