Eén van de belangrijkste doelen van een successieplanning is de controle over de gezinswoning voor de langstlevende partner.

Welke aandachtspunten zijn belangrijk bij een eerste overlijden?

We illustreren de verschillende mogelijkheden aan de hand van volgende voorbeeldsituatie:
Johan (53) en Catherine (52) zijn gehuwd volgens het wettelijk stelsel en hebben samen twee meerderjarige kinderen. Vijf jaar geleden kochten Johan en Catherine samen hun huidige gezinswoning ter waarde van € 500.000.

* Er is geen uitgewerkt successieplan

Bij een eerste overlijden valt de helft van de gezinswoning in de nalatenschap. De langstlevende partner krijgt het vruchtgebruik over dit deel, terwijl de kinderen er de blote eigendom over verwerven.
Dit betekent dat de langstlevende niet langer het exclusieve beslissingsrecht heeft over de gezinswoning. Hij of zij mag bijvoorbeeld niet langer alleen beslissen om de woning te verkopen. Het volgen van de wettelijke devolutie brengt een verschuldigde erfbelasting van € 4.800 met zich mee na het eerste overlijden. Bij het overlijden van de langstlevende echtgeno(o)t(e) is er nog eens € 16.500 erfbelasting verschuldigd.

* Er is een huwelijkscontract met keuzebeding

Dit is een interessante optie voor wie niet voor blok wil komen te staan na een eerste overlijden. Een huwelijkscontract met daarin de opname van een keuzebeding zorgt dat de langstlevende partner een gepaste, persoonlijke keuze kan maken. De langstlevende echtgeno(o)t(e) beslist zelf of de gezinswoning volledig aan zichzelf dient toe te komen, of gedeeltelijk aan de kinderen. 
Bij de opname van een keuzebeding in het huwelijkscontract dient de omschrijving van de mogelijke keuzes speciale aandacht te krijgen.

– Situatie 1:
De langstlevende partner wenst de gehele en absolute controle en wijst dus de gehele gezinswoning in volle eigendom aan zichzelf toe. Door de vrijstelling van erfbelasting voor de verwerving van de gezinswoning door de langstlevende echtgeno(o)t(e) brengt dit geen verschuldigde erfbelasting met zich mee na een eerste overlijden.
Opgelet: bij een tweede overlijden loopt de kost van de erfbelasting op tot € 39.000!

– Situatie 2:
De langstlevende echtgeno(o)t(e) wil de successiekost laten dalen maar intussen toch zo veel mogelijk controle behouden. Volgens de duidelijk omschreven keuzes in het keuzebeding kan de langstlevende bij een eerste overlijden reeds een bepaald percentage van de gezinswoning toewijzen aan de kinderen. Hierdoor wordt er op zich niet bespaard op de erfbelasting, maar worden er wel meer opties gecreërd voor de langstlevende partner om in een later stadium de successie van de gezinswoning naar de kinderen toe te gaan regelen.


Besluit

We hoeven u niet te vertellen dat het evenwicht bewaren tussen de successiekost enerzijds en de controle voor de langstlevende partner anderzijds geen makkelijke opgave is. Ook moet er voor elke gezinssituatie een verschillend evenwicht worden gezocht.

Proclarius zoekt samen met u naar de meest geschikte oplossing.
Neem gerust vrijblijvend contact met ons op.